Met enige Afrikaanse
vertraging mijn belevenissen van mijn éérste dienst in het ziekenhuis. Samen
met drie studenten was ik het hele
weekend verantwoordelijk voor het reilen en zeilen in het ziekenhuis.
Het voorrecht van dienst
hebben, is dat je een 4-WD’s tot je beschikking heb – de Mariecar heet ‘ie wanneer
ik dienst heb. Zonder telefonisch netwerk in Masanga, komen verpleegkundigen of
studenten naar je huis toe om te overleggen, of om je op te halen.
Zo ook deze vrijdagavond
laat. Zuster Mama G (iedereen hier heeft
naast zijn gewone naam een bijnaam) en
haar collega stonden samen met een van de bewakers voor mijn deur; of ik naar
het ziekenhuis kon komen.
En ooh, ooh, wat was het
een gedoe om mij te vinden – mijn huisje staat een stuk van het grote pad af,
deels verscholen. Mama G vond ’t maar niets al dat gezoek en wilde perse mee
terug in mijn auto – geen probleem, met een auto vol kwam ik aan in een
pikdonker ziekenhuis. Geen patiënten nu die luidroepend en zwaaiend mij
onthalen. Wel was een barende vrouw al van enige afstand duidelijk te horen. De studenten die dienst hadden zaten rustig
met een leuk muziekje aan te wachten op
mij. Overdag zien de studenten er keurig uit in overhemd en vouw in de broek.
In de avonduren en weekenden lijken ze eerder heuse rappers, voorzien van grote
koptelefoon, wollen mutsen en spierwitte gympen (hoe houd je die schoon hier?).
De verpleegkundigen van de nacht zijn studenten van onze eigen ‘nursing
school’. Allen gehuld in identieke blauwe verpleegkundige jurkjes, kijken ze
enigszins onwennig met groten ogen toe naar de zwangere vrouw.
Ik bedenk dat er een echo
moet worden gemaakt. De elektriciteit moet dus aan en daarvoor de generator.
Fancy (juist, ook bijnaam), de generatorman, moet worden geroepen. Zuster Mama
G begint opnieuw te zuchten en een
verhaal af te steken over hoe gevaarlijk het kan zijn in het donker met
alle slangen, juist nu in het regenseizoen en waarom er geen telefoon netwerk
is (alsof ik dat nú kan oplossen). Iemand anders besluit ondertussen Fancy te
gaan halen en ik doe als ik Oost-Indisch doof ben. Voor medicatie gaan we zoek
op de Eerste Hulp. Daar is het een soort van apenkooien tussen alle
familieleden van de patiënten die op de grond op een matje liggen te slapen. Ze
blijven stoïcijns liggen waar ze liggen – waarom eigenlijk ook niet. De juiste
medicatie wordt niet gevonden. Mohammed van de apotheek wordt opgetrommeld. Mijn
Nederlandse geduld wordt behoorlijk op de proef gesteld. Uiteindelijk kan de
juiste medicatie worden toegediend en een echo worden gemaakt.
We besluiten een
keizersnede uit te willen voeren.
Maar ja, het regent en als echte afrikaan loop
je liever niet door de regen. Hup, dan maar met de auto ’t dorp in, iedereen
van het operatie-team zelf verzamelen. Het heeft bijna iets gezellig zo met z’n
allen in de auto.
Even later wordt een
gezonde baby geboren, een meisje. Ze krijgt de naam dokter Marieke (nee, dit is
geen bijnaam). En ik rijd met een
glimlach in de vroege ochtend naar huis J
Ha Zus!!
BeantwoordenVerwijderenGoed om weer wat van je te lezen! We zijn trots op je!!!
x A&J