dinsdag 3 maart 2015

Temperatuur meten

36.1, 36.3, 35.8 tijdens een vroege frisse ochtend, 37.1 na een lange rit in de auto en 40.1 (en een rooie kop) na het hardlopen. Dit dagelijks ritme van temperatuur meten gaat altijd gepaard met handen wassen met chloor water en vaak ook gevolgd door een paar stappen over chloor matten. Het heeft al de nodige onuitwisbare sporen achtergelaten op mijn kleding. De gebleekte vlekken op mijn zwarte gympen kleur ik in met een zwarte stift - aangepaste ijdelheid zeg maar. Of ik pas me aan de onconventionele Liberianen. Zo droeg een Liberiaanse collega laatst zijn jas binnenste buiten, of volgens hem de mooiste kant met vele kleuren -in plaats van de effen donkere andere (buiten) kant. 

Zou het in het dagelijkse leven ook maar zo makkelijk gaan, de 'donkere kant' uit het zicht draaien. Misschien begint het echte werk nu wel voor de mensen hier, nu de uitbraak echt op zijn retour lijkt te zijn. De sporen van het Ebola virus worden steeds meer zichtbaar - niet zo aanwezig als de puinhoop die een natuurramp achterlaat, maar zeker net zo verwoestend en ongetwijfeld levenslang. 
Of zoals die mevrouw laatst tegen me zei, toen ik op mijn huisgenoten aan 't wachten was die in een hele grote supermarkt op zoek waren naar een strijkplank (weer die ijdelheid ja); alsof ze de mooiste bloem van me hebben afgenomen - over haar man, die is overleden aan Ebola.  

Nog even en ik vlieg weer terug, naar een land waar de kranten over van alles maar niet meer over West-Afrika schrijven. Bijna ben ik weer thuis, althans "home is where the heart is", dus het zal wel even duren voordat thuis weer thuis zal voelen. De geur van chloor zal ongetwijfeld onlosmakelijk verbonden blijven met mijn tijd hier.